Bio-onderzoek naar methaanonderdrukkend rantsoen en natuurlijke vijanden in een bankerplant systeem
De Vlaamse overheid geeft 300.000 euro steun aan twee onderzoeksprojecten in de biologische landbouw. Een van de onderzoeken focust op methaanonderdrukkend rantsoen bij herkauwers, het andere werkt rond natuurlijke vijanden in een bankerplant-systeem
Het Strategisch Plan Biologische Landbouw steunt onderzoeksprojecten in de biologische landbouw. Zo kent de Vlaamse overheid 300.000 euro toe aan Universiteit Gent en het Onderzoekscentrum AgroFoodNature van Hogeschool Gent voor twee onderzoeksprojecten in de biologische landbouw. Een van de onderzoeken focust op methaanonderdrukkend rantsoen bij herkauwers, het andere werkt rond natuurlijke vijanden in een bankerplant-systeem.
Methaanonderdrukkend rantsoen
In het convenant Enterische Emissies Rundvee werd het engagement genomen tot een reductie van 0,44 MT CO2-eq van de enterische emissies in de periode 2021-2030. Een van de drie klimaatmitigerende pijlers zijn de rantsoenaanpassingen.
Klassiek zet men in op incorporatie van specifieke voedermiddelen (bv. koolzaadschroot in combinatie met bierdraf, geëxtrudeerd lijnzaad) of voederadditieven (bv. nitraat, 3-NOP). Sommige van deze oplossingen zijn niet toepasbaar in een biologische bedrijfsvoering. Daarom zal Universiteit Gent, samen met Inagro vzw en Wim Govaerts & co, de komende drie jaar alternatieve oplossingen voor de biologische context onderzoeken.
Uit literatuur weet men dat specifieke bio-actieve stoffen uit graslandkruiden en houtige gewassen een potentieel methaanonderdrukkende activiteit op pensniveau, hebben. Een grote ‘in vitro-screening’ van deze (in onze contreien beschikbare) gewassen zal extra informatie opleveren. Het methaanonderdrukkend effect wordt bestudeerd in relatie tot hun aandeel in het rantsoen, de seizoensinvloeden en conservering. Ook wordt via deze ‘in vitro-simulaties’ in het laboratorium inzicht verkregen in de actieve componenten en in het werkingsmechanisme dat zorgt voor de methaanonderdrukking en worden bijkomende positieve neveneffecten in kaart gebracht. Het uiteindelijke doel is dat de Vlaamse biolandbouwers deze ruwvoeders zelf zullen kunnen telen en toepassen.
Sommige van de rantsoenoplossingen uit de gangbare landbouw zijn niet toepasbaar in een biologische bedrijfsvoering.
Natuurlijke vijanden stimuleren
De melige koolluis (Brevicoryne brassicae) is een van de plaaginsecten dat koolgewassen belaagt. Als ze niet behandeld worden, kan dit leiden tot opbrengstverliezen tot 85%. Beheersing van de plaag is erg moeilijk, zeker voor biotelers die slechts gebruik kunnen maken van een beperkt aantal toegelaten middelen wanneer de plaag werkelijk onbeheersbaar blijkt.
Natuurlijke vijanden kunnen hun steentje bijdragen aan de beheersing maar komen op het foute moment, blijven niet in de buurt wanneer de plaagdruk lager is of vertrekken te vroeg uit het perceel.
Hier zou een bankerplant-systeem soelaas kunnen bieden. Dit systeem bestaat uit een plantensoort die alternatieve prooisoorten (geen plaag voor het gewas) bevat als voedsel voor natuurlijke vijanden. Zo wordt dicht bij de teelt een reproducerende populatie opgebouwd, met als gevolg dat de plaagonderdrukking de gehele teeltperiode gegarandeerd is. Bankerplants staan, in tegenstelling tot de meer bestudeerde bloemenstroken, bovendien zo veel mogelijk tussen het gewas zelf. Dit zorgt voor een maximale verspreiding van de vijanden in het gewas en een minimaal verlies aan opbrengst door onbeteeld terrein.
In dit project wil het Onderzoekscentrum AgroFoodNature van Hogeschool Gent, samen met de partners Proefstation voor de Groenteteelt vzw en Inagro vzw, de eerste stappen zetten voor de ontwikkeling van een bankerplant-systeem tegen melige koolluis. Ze zullen verschillende plantensoorten op hun geschiktheid, de toepassing op perceelsniveau uittesten in verschillende configuraties tussen de koolplanten. Zo zal men hun impact op plaagdensiteit en gewasaantasting zal onder de loep nemen.
Bron: Departement Landbouw & Visserij