Het nieuwe GLB
Het is nog even wachten op het nieuwe GLB, maar de grote lijnen zijn intussen vrij duidelijk. Wat de gevolgen voor bio zijn, bekijken we samen met twee bioboeren.
Dit artikel verscheen eerder in Bio Actief 51.
Toen de Europese Commissie in mei 2018 haar voorstellen lanceerde voor een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), dachten we dat deze nieuwe regels vandaag van kracht zouden zijn. Daar is niets van in huis gekomen: de regels zijn nog steeds niet definitief goedgekeurd. Alles wordt wellicht met 2 jaar uitgesteld en momenteel blijven grotendeels de oude regels gelden. De Europese besprekingen zitten wel in de laatste fase, nl. de triloog tussen delegaties van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Landbouwministers.
Intussen buigt Vlaanderen zich over het Vlaamse strategische landbouwplan dat de Europese ambities moet vertalen in maatregelen voor onze regio. BioForum volgt deze ontwikkelingen nauwgezet op.
Ondanks alle vertragingen zijn de grote lijnen wel vrij duidelijk. De door iedereen verfoeide vergroeningsmaatregelen worden in elk geval afgeschaft. Bepaalde vereisten daarvan komen nu terug via de randvoorwaarden. Interessant zijn de ecoregelingen: subsidies voor een reeks van milieumaatregelen waaruit boeren jaarlijks zelf kunnen kiezen. Over de budgetten die hier tegenover staan, is wel nog veel discussie.
We merken op basis van de vragen uit de sector dat zelfs de provinciale buitendiensten niet altijd weten hoe de vork nu precies in de steel zit
Bio niet langer per definitie groen
Onder het huidige Europese landbouwbeleid zijn biologische boeren per definitie “groen”: terwijl gangbare landbouwers extra maatregelen moeten treffen om de vergroeningspremie op te strijken, hoeven biologische boeren daar geen bijkomende inspanningen voor te doen. “Een mooie erkenning van de meerwaarde van bio,” vindt Philip Sinnaeve, biologisch melkveehouder uit Keiem, “maar vreemd genoeg heeft die erkenning ook nadelen. Die vrijstelling heeft immers onrechtstreeks als gevolg dat we moeilijker toegang hebben tot de vlinderbloemigenpremie, terwijl die net essentieel is in onze sector.”
“Een kafkaiaanse redenering over mogelijke dubbelfinanciering ligt hier aan de basis, maar het leidt in de praktijk tot veel puzzelwerk voor de boeren”, beaamt Esmeralda Borgo, beleidsmedewerker bij BioForum. “We merken op basis van de vragen uit de sector dat zelfs de provinciale buitendiensten niet altijd weten hoe de vork nu precies in de steel zit. Vaak merken boeren dan pas bij de uitbetaling van de premies dat er iets fout gelopen is. We hopen dat de nieuwe regelgeving na 2022 op dat vlak eenvoudiger en logischer zal zijn.”
Sinnaeve vreest wel dat globaal genomen, de biolandbouwers middelen gaan verliezen. “Vroeger kregen we de basisbetaling, een vergroeningspremie en de biohectaresteun,” legt hij uit. “We voldeden automatisch aan de vergroeningsvereisten, maar nu valt dit weg en gaat een deel van de middelen naar de ecoregelingen. Bioboeren kunnen daar wel een beroep op doen, maar dat zal extra inspanningen vergen. Veel zal dus afhangen van de toegankelijkheid van de ecoregelingen en vooral ook de mate waarin ze combineerbaar zullen zijn met bio.”
Naar een graslandpremie
In het Vlaamse regeerakkoord werd aangekondigd dat de zoogkoeienpremie zou worden afgeschaft. Voor veel vleesveehouders betekent dat een groot verlies, en velen, waaronder ook Voedsel Anders (waar BioForum lid van is), pleiten bijgevolg voor de introductie van een graslandpremie om de pijn te verzachten. “Een van de argumenten om de zoogkoeienpremie te behouden, was dat boeren minder geneigd zouden zijn hun graslanden om te zetten in akkers,” vertelt Borgo. “Maar als je als overheid graslanden wil beschermen, is het logischer dat je dan een graslandpremie geeft in plaats van een zoogkoeienpremie.”
Binnen het lopende landbouwbeleid werd de zoogkoeienpremie al hervormd tot een premie waar enkel nog bedrijven met meer dan 20 premierechten voor zoogkoeien een beroep op kunnen doen. Toenmalig Minister van Landbouw Joke Schauvliege wou immers alleen nog maar de gespecialiseerde zoogkoeienhouderij steunen. Voor de meeste biologische vleesveehouders was dat een bittere pil. Bavo Verwimp was één van de gedupeerden. Zijn bedrijf De Kijfelaar had te weinig zoogkoeien, maar wel nog evenveel graslanden als voorheen!
Vernieuwing komt vaak van boeren in bijberoep
Boeren in bijberoep
Verwimp is bovendien deeltijds boer, waardoor hem opnieuw een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt. Op vraag van Europa is Vlaanderen nu de definitie van een “echte landbouwer” aan het verfijnen. Bedoeling is om pensioen- en hobbyboeren uit te sluiten. “Maar waar ligt de grens?” vraagt Borgo zich af. “Europa eist wel dat landbouwers die ook andere activiteiten doen niet worden uitgesloten, maar geeft geen richtlijnen om dit te garanderen. In het verleden hebben we al veel problemen gekend met het landbouwinvesteringsfonds dat een te strenge definitie van een echte landbouwer hanteerde. Dat willen we nu niet opnieuw meemaken voor de hectaresteun en de ecoregelingen, om nog maar te zwijgen over de biohectaresteun. We proberen zo goed mogelijk de ontwikkelingen te volgen, maar de belangrijkste knopen zijn nog steeds niet doorgehakt.”
“Vernieuwing komt vaak van boeren in bijberoep,” weet Verwimp. “Die hebben dankzij hun hoofdberoep al financiële zekerheid waardoor innoveren minder riskant is.” Volgens hem gaat het hier over een structureel probleem. “Niet alleen in de landbouw, maar in alle sectoren zie je dat productie over het algemeen onderbetaald is in vergelijking met diensten. De meeste productie buiten de landbouw is bijgevolg verhuisd naar lageloonlanden. Als onze overheden van de boeren eisen dat ze alleen maar produceren, houden ze hen structureel arm. Waarom zouden ze ons niet kunnen beschouwen als plattelandsondernemers met een diversiteit aan inkomsten, zowel binnen als buiten de landbouw?”
Wat volgt?
Er zijn nog heel wat vragen over het toekomstige GLB, vooral op budgettair vlak. Hopelijk komt hier snel duidelijkheid over. Dit jaar moet Vlaanderen zijn strategisch landbouwplan afwerken en vervolgens voorleggen aan de Europese Commissie. Vermoedelijk zullen de nieuwe regels in voege treden vanaf januari 2023.