Nieuwe studie toont aan dat chemische pesticiden gevaarlijker zijn dan natuurlijke middelen
Een nieuwe studie laat zien dat de industriële landbouw niet alleen meer gewasbescherming gebruikt, maar dat die middelen die ze inzetten een stuk schadelijker zijn voor mens en milieu.
Europa wil tegen 2030 het gebruik en de risico’s van chemische-synthetische bestrijdingsmiddelen halveren en kwetsbare gebieden beschermen tegen de negatieve effecten ervan. Een van de strategieën is meer inzetten op bio. Dat leidde tot reacties bij tegenstanders van biologische landbouw, want ook zij maken gebruik van natuurlijke pesticiden.
Alleen toont een nieuwe studie van GLOBAL 2000 namens IFOAM Organics Europe aan dat die vergelijking niet opgaat. Het peer-reviewed onderzoek dat verscheen in het gespecialiseerde tijdschrift Toxics keek naar de verschillen tussen de 256 werkzame stoffen van bestrijdingsmiddelen die alleen in de gangbare landbouw gebruikt mogen worden en de 134 stoffen die ook in biologische landbouw zijn toegestaan.
Chemische pesticiden gevaarlijker voor milieu en gezondheid
De conclusies zijn helder. Van de werkzame stoffen die alleen in gangbare landbouw zijn toegestaan is 55 procent voorzien van waarschuwingen voor gezondheids- of milieurisico's. Voor de 134 natuurlijke werkzame stoffen die ook in de biologische landbouw zijn toegestaan, is dat slechts 3%. Waarschuwingen voor mogelijke schade aan het ongeboren kind, vermoedelijke carcinogeniteit of acute dodelijke effecten werden aangetroffen in 16% van de in de conventionele landbouw gebruikte bestrijdingsmiddelen, maar in geen van de voor biologisch gebruik goedgekeurde middelen. De EFSA achtte het passend om voor 93% van de conventionele middelen, maar slechts voor 7% van de natuurlijke werkzame stoffen, op de gezondheid gebaseerde richtwaarden voor aanvaardbare inname via het werk of de voeding vast te stellen.
56 procent van de werkzame stoffen in biologische bestrijdingsmiddelen zijn geen 'stoffen' in strikte zin, maar levende micro-organismen.
"De verschillen die we hebben gevonden zijn even significant als niet verrassend wanneer men de oorsprong van de respectieve werkzame stoffen van de chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen nader bekijkt", zegt Helmut Burtscher-Schaden, biochemicus bij GLOBAL 2000 en hoofdauteur van de studie: "Terwijl ongeveer 90% van de conventionele middelen van chemisch-synthetische oorsprong is en screeningprogramma's heeft ondergaan om de stoffen met de hoogste toxiciteit (en dus de hoogste werkzaamheid) tegen doelorganismen te identificeren, zijn de meeste natuurlijke werkzame stoffen niet eens 'stoffen' in strikte zin, maar levende micro-organismen. Die vormen 56% van de in de biologische landbouw goedgekeurde middelen. Als natuurlijke bodembewoners hebben zij geen gevaarlijke stofeigenschappen. Nog eens 19% van de biologische bestrijdingsmiddelen zijn van meet af aan geclassificeerd als 'werkzame stoffen met een laag risico' (bijvoorbeeld bakpoeder, ijzerfosfaat) of goedgekeurd als basisstoffen (bijvoorbeeld zonnebloemolie, azijn, melk)."
Voorkomen is eerste keuze
Jan Plagge, voorzitter van IFOAM Organics Europe, voegt hieraan toe: "Het is nu duidelijk dat synthetische werkzame stoffen die zijn toegestaan in de conventionele landbouw veel gevaarlijker en problematischer zijn dan natuurlijke werkzame stoffen die zijn goedgekeurd in de biologische landbouw. En laten we niet vergeten dat biologische landbouwbedrijven zich richten op preventieve maatregelen zoals het gebruik van robuuste rassen, verstandige vruchtwisselingen, het behoud van de gezondheid van de bodem en het vergroten van de biodiversiteit op het veld om het gebruik van externe inputs te vermijden. Daarom worden op ongeveer 90% van de landbouwgrond (vooral in de akkerbouw) helemaal geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, zelfs geen natuurlijke stoffen. Als ongedierte echter uit de hand loopt, is het gebruik van nuttige insecten, micro-organismen, feromonen of afschrikmiddelen de tweede keuze van biologische landbouwers. Natuurlijke bestrijdingsmiddelen, zoals de mineralen koper of zwavel, bakpoeder of plantaardige oliën, zijn een laatste redmiddel, voor speciale gewassen zoals fruit en wijn."
De studie "Toxicological Comparison of Pesticide Active Substances Approved for Conventional vs. Organic Agriculture in Europe" keek naar gevarenpotentieel, risico’s en frequentie van het gebruik. Maatstaf zijn de gevarenclassificaties van het Globally Harmonized System (GHS) van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de op voeding en arbeid gebaseerde richtwaarden van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA).
Bron: IFOAM Organics Europe