Stappen vooruit in dierenwelzijn
Dierenwelzijn is een van de pijlers van de biologische landbouw. Maar er is altijd ruimte voor verbetering. Het PPILOW-project wil net daarin veehouders ondersteunen.
Dit artikel verscheen eerder in Bio Actief 51.
Als het om dierenwelzijn gaat, heeft de biologische sector een sterke reputatie. Maar willen we als sector onze voortrekkersrol behouden, dan moeten we ook kijken op welke punten verbetering nog mogelijk is. Dat is ook de inzet van het Europese project PPILOW (Poultry and Pig Low-input and Organic production systems’ Welfare), dat in september 2019 van start ging. BioForum is een van de projectpartners.
Zoals de naam van het project al aangeeft, ligt de focus op de biologische en extensieve varkens- en pluimveehouderij. In het eerste jaar heeft men vooral gekeken waar de huidige knelpunten zitten. Er lopen al enkele experimenten om die knelpunten aan te pakken. Voor de Vlaamse biologische pluimveesector springen er twee thema’s uit: parasitaire worminfecties en het beheer van de uitloop. Daarnaast wordt er ook gezocht hoe men het doden van ééndagshaantjes kan vermijden. Het onderzoek spitst zich toe op het potentieel van dubbeldoelrassen en in-ovo-sexing, waarbij het geslacht van het kuiken al in het ei bepaald wordt. Tot slot lopen er onderzoeken naar hoe pluimveehouders verenpikken en kannibalisme kunnen tegengaan.
In de Vlaamse biologische varkenshouderij blijven castratie en weidegang heikele punten. Binnen PPILOW start binnenkort een experiment dat onderzoekt hoe berengeur en ongewenst gedrag bij intacte beren verminderd kunnen worden, terwijl de vleeskwaliteit behouden blijft.
Meet zelf dierenwelzijn
Voor biologische varkens- of pluimveehouders is het niet altijd makkelijk om te weten hoe het gesteld is met het dierenwelzijn op hun bedrijf. Daarom heeft ILVO meegewerkt aan een app die veehouders kunnen gebruiken om dat te weten te komen. De app is bedoeld voor productiesystemen met vrije uitloop, zowel gangbaar als bio.
Gebruikers krijgen vragen over gezondheid, voeding, huisvesting en gedrag. Op basis daarvan krijgen veehouders niet alleen geautomatiseerde feedback op hun resultaten, ze kunnen hun resultaten ook vergelijken met die van andere veehouders. Omdat de app alle resultaten bewaart, kunnen ze ook zien waar hun scores verbeteren. De app heeft vooral als doel om veehouders anders te laten kijken naar hun dieren, waardoor ze misschien eerder problemen oppikken.
Welzijn van de boer
In de zoektocht naar veelbelovende innovaties is het ook belangrijk om te kijken welke gevolgen een verandering heeft voor het welzijn van de landbouwer, wat de economische gevolgen zijn en wat de impact is op het milieu. In de onderzoekswereld wordt dit het ‘One Welfare’-principe genoemd.
Ook daar is binnen het PPILOW-project aandacht voor. Momenteel is men bezig te kijken met welke indicatoren men die impact op boer, economie en milieu kan meten. Om het welzijn van de boer te bepalen hou je bijvoorbeeld rekening met werkervaring, zingeving en ergonomie. Om de economische gevolgen in beeld te brengen zullen de verwachte kosten, inkomensverliezen en opbrengst ingeschat worden. Impact op het milieu zal gaan over CO2-uitstoot, efficiënt gebruik van inputs, nutriëntenverliezen enzovoort.
Al deze aspecten zullen tegen elkaar afgewogen worden bij het bepalen van de meest innovatieve technieken om het dierenwelzijn te verbeteren. Hierbij zal ook rekening gehouden worden met verschillende bedrijfstypes, want op een kleinschalig bedrijf zullen bepaalde technieken haalbaarder zijn dan op een groter bedrijf en vice versa.
Ook castratie bij varkens is een thema dat in de hele keten zou moeten leven.
Rest van keten moet ook mee
Willen we stappen vooruit zetten op al deze thema’s, dan zal ook de rest van de keten zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. De boer kan dit niet alleen. Neem nu worminfecties bij kippen: pakhuizen en controle-organisaties zullen mee moeten zoeken naar een oplossing voor de eieren die geproduceerd werden tijdens een ontwormingskuur. Of neem het voorbeeld van in-ovo-sexing: dit kan een impact hebben op de kost per kuiken. De vraag is hoe deze kost gerecupereerd kan worden zodat de last niet bij één schakel in de keten terecht komt.
Ook castratie bij varkens is een thema dat in de hele keten zou moeten leven. De meeste biologische varkenshouders willen graag stoppen met castreren, maar doen dit niet omdat verwerkers en afnemers het moeilijk vinden om het vlees van intacte beren te verwerken. Er is immers een verhoogde kans op berengeur en het vlees krijgt iets andere eigenschappen. Om intacte beren te kunnen vermarkten is het dus niet alleen nodig dat de boer naar voeder, huisvesting of ras kijkt, ook de vleesverwerking moet zich aanpassen.
Tot slot speelt ook de overheid een rol in dit verhaal. Dierenwelzijn verhogen leeft als thema ook in de gangbare sector, wat we als biosector alleen maar aanmoedigen. Alleen zijn een aantal van de daar voorgestelde innovaties en technieken, niet altijd toepasbaar in de biologische landbouw. De meeste biologische bedrijven zitten in een kleinere schaalgrootte, en sommige maatregelen staan haaks op de biologische wetgeving. Als Vlaanderen dus extra regels maakt, dan moet ze rekening houden met die factoren. Bovendien is er meer nood aan onderzoek dat is afgestemd op de specifieke noden en kenmerken van de biologische sector. Ook daar kan Vlaanderen zijn rol spelen.